Gebrek aan voortgang in Voortgangsrapportage Rentederivaten MKB

| 13-12-2017 | Simon Knappstein |

De voortgangsrapportage van AFM die op 8 december 2017 gepubliceerd werd, bevat vooral oud nieuws. Er is verdere vertraging en zelfs de nieuwe door de banken afgegeven planningen zijn onzeker. Wat dat betreft had de AFM het passender “gebrek-aan-voortgangsrapportage” kunnen noemen. Het beeld wat blijft hangen na het lezen van deze rapportage is dat de AFM er zich bij neerlegt dat het nog wel eens erg lang kan gaan duren voordat dit dossier afgerond is.

De AFM noemt als reden voor de vertraging “Problemen met automatisering en data. De kwaliteit van de historische data van banken is niet in alle gevallen voldoende om efficiënt de compensatie op grond van het UHK te kunnen berekenen en controleren. Verder geldt dat de rentederivatendossiers van klanten zeer verschillend zijn en vaak bijzonder complex en dat heeft gevolgen gehad voor (de praktische uitwerking van) het UHK. Mede door deze knelpunten blijkt de uitvoering van het UHK in de praktijk complexer dan de banken, de externe dossierbeoordelaars en de AFM hadden voorzien. Dit betekent ook dat de door banken afgegeven planningen onzeker zijn.” Verder staat er: “Zo zijn bijvoorbeeld de derivaten- en lening-systemen veelal niet structureel gekoppeld en is een handmatig proces ingezet om de derivaten aan de juiste leningen te koppelen.” Dat die systemen niet gekoppeld zijn mag geen verrassing zijn voor de banken. Dus waarom dat op dit moment als oorzaak genoemd wordt mag eerder als verrassing gekwalificeerd worden.

De vraag die dit oproept is waarom de banken überhaupt hebben geprobeerd de oplossing te automatiseren.  Mijn beste gok is dat er in een eerder stadium ingeschat is dat op de bulk van de dossiers slechts alleen stap 3 (de coulance-uitkering) van toepassing zou zijn.  Het zal dan een dure misrekening zijn geweest als blijkt dat het leeuwendeel van de dossiers toch een handmatige benadering vereist. In dat geval is er een hoop geld en tijd verloren gegaan wat niet meer goed gemaakt gaat worden.
In de huidige planning, die dus onzeker is, zijn er 2 banken die verwachten eind 2017 alle aanbodbrieven te zullen hebben verstuurd, 1 bank die rekent met medio 2018 en 3 die mikken op eind 2018. Het zou nog inzichtelijker zijn als daarbij ook vermeld stond om hoeveel klanten het dan gaat per bank.
Een volgende rapportage van de AFM wordt in de zomer van 2018 verwacht. Zoals het er nu uitziet zou het al heel mooi zijn als de einddatum dan niet weer vooruitgeschoven wordt.

De AFM zegt ook in de komende periode kritisch toezicht te blijven houden op zowel de banken als de externe dossierbeoordelaars.

Simon Knappstein - editor treasuryXL

Simon Knappstein

Owner of FX Prospect

 

 

 

Lees ook: Uniform herstelkader rentederivaten mkb

Derivatendossier sleept zich voort

| 09-10-2017 | Simon Knappstein |

Eind deze maand stuurt de AFM weer een voortgangsrapportage inzake de uitvoering van het Uniform Herstelkader Rentederivaten naar de Tweede Kamer. Volgens berichtgeving vorige week in het FD zal daar in staan dat de banken vrijwel geen voortgang geboekt hebben. Het blijkt dat “van de bijna 20.000 gedupeerde MKB’ers er slechts een handjevol een schadevergoeding heeft gekregen en pas enkele tientallen een voorstel voor schadevergoeding[1]”

Bij de publicatie van het Herstelkader in december vorig jaar werd er door de minister nog van uitgegaan dat de compensatieregeling per 1 juli jl. voor alle klanten zou zijn afgerond. De kans dat de banken daar überhaupt voor het einde van dit jaar nog in slagen lijkt ondertussen zeer klein.
Belangrijkste redenen die genoemd worden voor deze vertraging zijn, ondanks alle goede bedoelingen en hard werken, 1) dat toepassing van het Herstelkader zeer complex blijkt te zijn, en 2) dat banken, externe dossierbeoordelaars en de AFM elkaar nu, om maar geen fouten te maken, ‘gevangen’ houden.
Door de goedbedoelde pogingen om het kader, de uitvoering ervan en de controle er op helemaal dicht te timmeren is er een ‘over-engineering’ ontstaan die verlammend werkt op de voortgang. Terwijl als er een zekere variatie en onzekerheid in de uitkomst per dossier voor lief zou worden genomen dan zouden 150 man met gemiddeld 10 uur per dossier die 20.000 dossiers in 8 maanden hebben weggewerkt. Mijn ervaring is dat, hoewel toepassen van het herstelkader inderdaad complex is en ook  de documentatie niet altijd direct compleet aanwezig is, het bepalen van de schadevergoeding toch heel goed te doen is.  Helaas is er nu driekwart jaar voorbij en lijkt het proces geheel vastgelopen te zijn.

Die over-engineering is iets wat ook door Patrick van Gerwen, die met zijn bedrijf Cadension ondernemers bijstaat in de relatie met hun bank, is vastgesteld. Hij pleit ervoor dat de minister van Financiën weer ingrijpt, en wel snel, om dit dossier vlot te trekken. Want de klanten wachten al sinds 2012 op de oplossing van dit probleem.
Als de voortgangsrapportage van de AFM eind deze maand naar de Tweede Kamer gaat zal er wellicht net een kabinetswisseling hebben plaatsgevonden. De nieuwe minister van Financiën kan dan direct aan de slag met dit dossier.

[1] Uit ‘Schadeherstel in derivatendossier loopt zoveelste vertraging op’ door Wouter Keuning in FD van 2 oktober jl.

Simon Knappstein - editor treasuryXL

 

 

Simon Knappstein

Owner of FX Prospect

 

 

Lees ook: Uniform herstelkader rentederivaten mkb

How to get a fair deal on your derivatives trades

| 15-6-2017 | Simon Knappstein | treasuryXL

 

We discovered the article ‘Are you getting a fair deal on your derivatives trades” on treasurytoday. In the article derivatives are described as a good tool to mitigate risk and protect the company’s financials from moves in the market. However, derivatives come at a cost and often these costs are also hidden, which means that the  treasurer cannot be sure that he is getting a fair deal.

 

Price of the deal

Greater transparency is needed and  that was the reason why company NEXTrioptima developed its triCalculate solution. When treasurers execute a deal with a bank they typically cannot see how the price of the deal is calculated and what the bank is charging them for credit risk.The tool triCalculate tries to change this by taking the corporate’s derivatives trade file, a credit curve file and a credit support annex (CSA) file (where one exists) and running these through a series of highly complex mathematical simulations. The result: an accurate XVA calculation that enables corporates to quickly identify and price the impact of a counterparty default and the cost of funding a derivative portfolio. This is the first Software as a Service (SAAS) on the market. The tool does not only provide  companies with  greater transparency over their current derivative portfolio, but also offers the chance to plan new deals much better.

We asked our expert Simon Knappstein if this tool is really worth the while.

All the capital a derivative trade consumes, or is expected to consume, over its lifetime is  increasingly incorporated in the price of a trade. CVA, a valuation adjustment for counterparty credit risk was initially the major adjustment, soon to be followed by FVA (funding value adjustment) and many related adjustments that go under the umbrella name XVA. Properly calculating these adjustments for every trade on a portfolio basis is difficult and time consuming. So the new product offering TriCalculate by NEX TriOptima looks like a promising tool for corporate treasurers to help them gain insight in the pricing process of derivatives offered by their bank. By the way, being able to calculate a fair value on a potential trade does not guarantee you a fair deal, but it will certainly help.

Simon Knappstein - editor treasuryXL

 

Simon Knappstein

Owner of FX Prospect

 

 

 

More articles of this author:

FX global code of conduct

Negatieve interest rate policy: No lasting effect on FX

 

Uniform Herstelkader Rentederivaten MKB

| 21-2-2017 | Simon Knappstein |

 

Op 19 december van vorig jaar is het definitieve herstelkader rentederivaten gepubliceerd door de Derivatencommissie. Dit is een update van de versie die al in juli van 2016 werd gepubliceerd. De update is inhoudelijk onveranderd maar bevat een aantal toelichtingen en bijlagen om de werking van het herstelkader te verduidelijken.
De opdracht om dit herstelkader op te stellen is door de Minister van Financiën in maart 2016 gegeven. Alle Nederlandse banken hebben zich aan dit herstelkader gecommitteerd.

Tegelijk met deze publicatie heeft de Derivatencommissie ook een informatieve brochure uitgegeven.  Banken zullen deze gaan opnemen in hun brieven die ze naar klanten met renteswaps gaan sturen. Hierin wordt op hoofdlijnen de werking van de compensatieregeling uitgelegd.
Eerst wordt het toepassingsbereik geschetst, voor wie geldt dit herstelkader?
Dit herstelkader is van toepassing op niet-professionele partijen die niet aan deskundigheids-eisen voldoen. Dat betekent in de praktijk dat het met name gaat om MKB-ondernemingen en particulieren. Verder gelden er voorwaarden met betrekking tot de looptijd van de rentederivaten. (Een interessante ontwikkeling is dat het gerechtshof in Den Haag gisteren geoordeeld heeft dat een groot bedrijf toch recht heeft op schadevergoeding voor renteswaps die de bank heeft verkocht, als vooraf duidelijk was dat het bedrijf geen speciale kennis had over dit soort financiële instrumenten.)

Vier stappen

Vervolgens zijn er vier stappen gedefinieerd om de hoogte van de compensatie te bepalen.

In stap 1 worden gestructureerde, complexe derivaten door de banken aangepast naar een renteswap, een rentecap of een rentecollar. Het verschil in netto cashflows wordt in deze stap gecompenseerd.

In stap 2 worden alle verschillen tussen het derivaat en de onderliggende financiering aangepast. Denk hierbij aan een overhedge in omvang, een overhedge in looptijd of afwijkingen in referentierente. Ook hier worden de verschillen in netto cashflows gecompenseerd.

In stap 3 bieden de banken een coulancevergoeding aan. Deze vergoeding bedraagt maximaal 20% van de rente die per saldo onder een renteswap dan wel rentecollar aan de bank is betaald en naar verwachting nog zal worden betaald. Deze vergoeding is gemaximeerd op €100.000,-. Mijn ervaring is dat met een looptijd van 10 jaar en een hoofdsom van €2,0 mio a €2,5 mio dat maximum wel bereikt wordt.

In stap 4 vergoeden banken onverwachte verhogingen van renteopslagen op financiering(en) die door een renteswap worden afgedekt.
De banken verwachten dat zij in de loop van 2017 hun klanten kunnen informeren met concrete compensatievoorstellen. De exacte timing zal per bank verschillen. Als de bank een voorstel heeft gedaan, kan de klant beslissen of hij van het voorstel gebruik maakt. Bij acceptatie van het voorstel, verleent hij finale kwijting aan de bank.

Toezichthouder AFM gaat er op toezien dat de banken en de externe beoordelaars dit proces zorgvuldig en volledig uitvoeren.

Als u meer wilt weten over dit herstelkader kunt u mij mailen op [email protected]

Simon Knappstein - editor treasuryXL

 

Simon Knappstein

Owner of FX Prospect

 

Will the Fed kill the EM currency rally, or will Trump?

| 01-11-2016 | Simon Knappstein |

markets1

 

The USD is strengthening again broadly across the range. As it had weakened since Q1 this year versus EM currencies, this trend now seems to have come to a halt. Obviously the expectation that the Fed will almost certainly raise interest rates in December is the major factor for this move. What also may be of importance here is the nascent notion that the expansion in global liquidity that has characterized financial markets for so many years might have come to an end. Both the ECB and the BoJ seem less willing and/or have less room to increase QE.

 

This tends to direct investment flows away from EM currencies, and to a lesser extent from EUR and JPY, into the USD. So expect a stronger USD into year-end. And possibly even more in case of a Trump win, as protectionism will hurt global trade and that will hurt other currencies more than the USD. According to ING MXN, CAD, GBP and AUD would be among the currencies that would be hurt most relatively.

Here is a summary describing the consensus-view on a number of currencies. You can find more information and details on consensus FX forecasts in my latest October report.

Developed Markets

The Fed appears set to raise rates again before 2016 comes to a close. The USD is strengthening broadly; expect this to continue in the run-up to year-end. The USD is likely to peak when rates are finally lifted again in December. With a Fed hike likely to come before year-end and questions regarding Eurozone bank stability looming, the outlook for the common currency is becoming slightly bleaker. Over the remainder of the year, the EUR is likely to fall out of favor with investors.

For GBP, the likelihood of a so-called ‘hard Brexit’ has increased. Such a scenario increases the chances for another rate cut by the BoE during the remainder of this year. Expect downside pressure to prevail for the next couple of months. Oil prices boost the CAD, but still the outlook for a weaker CAD near-term hasn’t changed.

The JPY is not weakening on BoJ measures; only USD strength is pushing USD/JPY higher. External factors are the main drivers for JPY weakness. Stronger-than- expected commodity prices are the major factor keeping the AUD elevated. A weaker AUD looks more likely from here.

Emerging Markets

The RUB seems less sensitive to oil price shifts. High carry is providing support in risk-on circumstances. TRY has weakened on capital outflows on the back of a ratings downgrade. Geopolitical risks will weigh further on the TRY.

Latam

The BRL continues to trade with a positive momentum on the back of fiscal reforms by the interim president Temer and also by a high carry. The MXN has proven vulnerable to portfolio outflows. Rate hikes have given little support. A Trump win might push USD/MXN above 21.

Asia

CNY is weakening against the USD as the Fed is expected to raise rates. PBoC will verbally support the CNY but depreciation trend will continue. INR looks stable through the transition to a new RBI Governor. Still supported by a relatively high carry.

Follow up: Valutaoorlog

| 19-08-2016 | Simon Knappstein |

valutaoorlog

 

Gisteren publiceerden we al een artikel over de valutaoorlog die volgens een bericht in het Financieele Dagblad gaande is. De winnaar lijkt degene te zijn met de meest dalende munt. Experts Erna Erkens en René Schilder gaven hun mening over deze vermeende valutastrijd. Vandaag is FX expert Simon Knappstein aan de beurt om zijn visie met ons te delen.

 

 

Deze valutaoorlog is in 2009 begonnen door de Fed toen die besloot de wereld met een tsunami van dollars te overspoelen. Nadien volgden de BoJ en de ECB waarbij beide Centrale banken het doel om inflatie te importeren door de munt te verzwakken overduidelijk nastreefden.

Ondertussen lijkt het mes van de geldverruiming behoorlijk bot geworden. EUR/USD bevindt zich al 2,5 jaar rond de 1.10 waarmee het effect op de inflatie op jaarbasis nul geworden is. En voor de JPY lijken de factoren zoals de status als safe haven plus het uitblijven van renteverhoging in de US zwaarder te wegen dan de geldverruiming en negatieve rentes, want de JPY is in de afgelopen tijd alleen maar in waarde gestegen.

Ik verwacht dat macro-economische factoren de komende tijd verder de overhand zullen gaan krijgen over monetaire factoren bij het richting geven aan valutakoers ontwikkelingen.

Simon Knappstein - editor treasuryXL

 

Simon Knappstein

Owner of FX Prospect

 

 

Uitgelicht: De medewerker als medeaandeelhouder

| 11-08-2016 | Udo Rademakers, Simon Knappstein |

crowd

 

Deze week verscheen er een opiniestuk in het Financieele Dagblad waarin gesteld wordt dat medewerkersparticipatie een belangrijke bijdrage kan leveren aan de verkleining van de tegenstelling tussen arbeid en kapitaal. Door de medewerker in de rol van medeaandeelhouder te plaatsen zullen de belangen van aandeelhouders, onderneming en medewerkers meer op één lijn komen, aldus de schrijver van het artikel. Wij vroegen experts Udo Rademakers en Simon Knappstein naar hun mening.

 

udorondUdo Rademakers – Treasury Consultant

“Het laten participeren van medewerkers in de onderneming kan zorgen voor enerzijds meer betrokkenheid door de medewerkers en anderzijds bind je ze langer aan de onderneming (wegens clausules dat bij ontslag je participaties vervallen). Door een grotere groep mensen te laten participeren, is de kans op „gemotiveerde“ medewerkers“ die naar hetzelfde doel toe werken groter.

Er zijn de laatste jaren excessen geweest waar het top-management van bedrijven enorme geldsommen hebben ‘gecashed’ en de „normale medewerker“ met lege handen is blijven staan (of zelfs de baan verloren heeft). Het verschil in macht, maar door de participatiestructuur in dit soort gevallen, ook een duidelijk verschil in doelstelling, maakt de financiële kloof tussen arm en rijk alleen maar groter en is vanuit mijn optiek lastig te verdedigen.

Door participaties als een salaris component te integreren, maak je de medewerkers meer “entrepreneurs” en uiteraard zijn er mensen die liever kiezen voor vastigheid. Afhankelijk van de doelstelling van het bedrijf en de strategie, zou je hierdoor verschillende typen mensen aan je bedrijf kunnen binden.”

 

simonknappsteinrondSimon Knappstein – Owner of FX Prospect

“Het artikel stelt dat medewerkersparticipatie (personeelsaandelen) de tegenstelling tussen arbeid en kapitaal bij door private equity gefinancierde bedrijven kan verkleinen. Dat lijkt me theoretisch misschien mogelijk, maar praktisch gezien een onrealistisch idee.

Bij beursgenoteerde ondernemingen met personeelsaandelen- en optieplannen is de zeggenschap van het personeel op die manier de facto ook nul. Ik verwacht niet dat zoiets bij private equity opeens anders zal zijn. Om het extreem te stellen, het beetje koerswinst op je personeelsaandeel gaat niet compenseren voor het verlies van je baan wanneer door overmatige schuldfinanciering het bedrijf moet gaan reorganiseren.”

Zal medewerkersparticipatie de tegenstelling tussen arbeid en kapitaal bij , door private equity gefinancierde, bedrijven verkleinen? Laat ons jouw mening weten en laat hieronder een reactie achter.

USD/TRY, where to after the failed coup?

02-08-2016 | Simon Knappstein |

TRY

 

In my July consensus FX forecasts report USD/TRY was expected to rise to 3.11 in 12 months’ time. These forecasts were given prior to the attempted coup. 

 

 

USD TRY

Now, two weeks further, the domestic situation in Turkey is clearly stabilising and it is a fine moment to take a look at the opinions of ING and Rabo on the outlook for USD/TRY. Rabo is currently expecting that USD/TRY will move to 2.90 in 1 year and ING is looking for USD/TRY to rise to 3.35 in 1 year’s time.

Rabo holds a relatively constructive view on the Lira based on a fairly strong economic growth and a high carry that tempts investors looking for yield. At the same time it sees the fact that Moody’s may downgrade Turkey’s credit rating to below investment grade as a clear risk. Such a downgrade, based on the post-coup political situation of increased concentrated political powers in the hands of President Erdogan that might lack the necessary rule of law and checks and balances, might trigger another wave of capital outflows from Turkish bonds and weaken the TRY significantly.
ING focuses on the easing cycle and also on the risk of a downgrade, both factors that would clearly keep the TRY under pressure. Furthermore it still sees idiosyncratic risks like the current account deficit, the large currency risk carried by the corporate sector and geopolitical risks all pointing to a weaker TRY.

My take away from this for the near term is that in the current benign market conditions the high carry may be the most important factor supporting the TRY and drive USD/TRY lower. A major risk is that Turkey’s credit rating may be downgraded to junk, maybe already within the next couple of days, which would seriously weaken the TYR.

Simon Knappstein - editor treasuryXL

Simon Knappstein

Owner of FX Prospect

 

Uitgelicht: Tekort aan obligaties dreigt voor ECB

| 28-07-2016 | Simon Knappstein, Lionel Pavey, Pieter Jan van Krevel |

ecb

 

Vorige week verscheen op fd.nl een artikel waarin wordt gesteld dat De Europese Centrale Bank in de knel dreigt te komen met haar grootschalige opkoopprogramma. Doordat de rente blijft dalen komen steeds minder staatsleningen in aanmerking voor opkoping. Wat heeft dit voor gevolgen? Wij vroegen experts Simon Knappstein, Lionel Pavey en Pieter Jan van Krevel om een reactie:

 

 

simonknappsteinrondSimon Knappstein Owner of FX Prospect

Dat er een tekort aan opkoopbare obligaties dreigt voor de ECB is sec geen probleem. Zij kunnen de regels zodanig aanpassen dat er meer obligaties in aanmerking komen. Alleen de keuze die ze maken kan sterke gevolgen hebben voor de banken en/of belastingbetaler.
Als de ECB de ondergrens van het opkoopprogramma verlaagt gelijk met de deposito rente dan komt er nog wat meer pijn bij de banken te liggen, en m.n. veel Italiaanse banken bevinden zich al in zwaar weer. Als de ECB alleen de ondergrens verlaagt lopen er meer kosten via de ECB, ergo de Europese belastingbetaler.
O.a. via de LTRO’s en TLTRO’s is er door de ECB al behoorlijke steun verleend aan de banken de afgelopen jaren, ik denk dat de ECB zal vinden dat het probleem van de Italiaanse banken lokaal fiscaal opgelost dient te worden.

 

lionelrond

Lionel Pavey  Cash Management and Treasury Specialist 

No more bonds to buy? It appears that the ECB is running out of eligible bonds to purchase for its quantitive easing programme.
There are strict criteria to determine eligibility: no more than 33% of an issue can be purchased, bonds may not yield less than -0.4%, bond purchases per country are relative to the size of their economy – not the size of their outstanding debt.
Possible solutions:

 

  • Lower the interest rate criteria of -0.4%. More short dated bonds could be purchased.
  • Change the country criteria so that they are relative to the amount of outstanding debt – Italians would like that.
  • Start purchasing more long dated bonds (30 years) – would leave to a more pronounced flattening of the yield curve.

Problems:

  • QE was designed to stimulate the growth of inflation in the EU – this has failed.
  • EU rules state that the ECB are prohibited from directly buying government bonds as this would remove the motivation within a country to make their economies more competitive and reduce the pressure to rein in government overspending.
  • Inflation expectations are actually falling – bond yields are falling although this is also, but not solely, due to the QE.
  • The extra liquidity reaching banking system is not being shown in lending figures to corporates.
  • The economy of EU countries are not seeing rising GDP and falling unemployment.

The programme is not working. It is having a detrimental effect on interest rates that are constantly going down. Interest rates represent compensation for risk taken – so what does that make negative interest rates? 1 trillion Euros of debt have been purchased so far and no direct benefit has been seen in the economy. Time for a rethink and to blow the dust off our old economic textbooks to find a different solution.

 

pieterjanrondPieter Jan van Krevel – Owner of Slàinte Mhath!

Damned if you do. Damned if you don’t.
Het aantal kwalificerende staatsobligaties voor het ECB opkoopprogramma raakt langzamerhand uitgeput. Het verzwakken van de oorspronkelijke eisen van het programma zal uitdagingen produceren die zullen wedijveren met het verlies van vertrouwen dat de ECB lijdt bij het niet halen van haar ambitie EUR 80 mrd per maand op te kopen.
De meest logische stap lijkt het uitbreiden van het opkopen van bedrijfsobligaties in de Eurozone: tot dusverre is dit een onderdeel van het opkoopprogramma waar slechts in relatief beperkte mate invulling aan is gegeven, en uitbreiding hiervan dient in theorie nog directer de doelstelling van stimuleren van de economische groei en het aanwakkeren van de inflatie in de Eurozone.
De grootste uitdaging van de ECB op het vlak van de bedrijfsobligaties zal echter de breedte en diepte van de markt zijn, alsmede analyse van de kredietwaardigheid van de uitgevende bedrijven. De ECB als concurrent van S&P, Moody’s en Fitch…

 

Uitgelicht: Fintech – Investeringen in financiële innovatie fors toegenomen.

| 23-06-2016 | Rob Bekker, Simon Knappstein |


fintechnology

Vorige week lazen we dat de investeringen in financiële innovatie fors zijn toegenomen. In de eerste drie maanden van dit jaar werd er $4,9 miljard geïnvesteerd in Fintech’s.(bron: fd.nl) Ook de Autoriteit Consument en Markt (ACM) maakte bekend Fintech bedrijven zo goed mogelijk te willen ondersteunen om te innoveren. (bron: fd.nl).  Wat betekent dit voor de toekomst? Wij vroegen experts Rob Bekker en Simon Knappstein om een reactie:



 

robbekkerrond

Rob Bekker Owner of Bekker Consultancy Nigtevecht

De versnellende technologische veranderingen en nieuwe mogelijkheden/platforms dwingen financiële partijen hun business modellen drastisch te herzien en stellen nieuwe partijen in staat te profiteren van de wet van de remmende voorsprong. Tegelijkertijd dient het hoofd te worden geboden aan de strengere regelgeving, wat aardig wat kruim kost voor de traditionele financiële partijen. Oplossingen worden gezocht en gevonden aan de FinTech kant.



 

simonknappsteinrondSimon Knappstein Owner of FX Prospect

Fintech mag zich in een toenemende populariteit onder beleggers verheugen. Het is nog niet zoals in de Dotcom hype, maar het aantal investeringen neemt mondiaal aanzienlijk toe. En net zoals in de Dotcom tijd zullen een aantal van de start-ups het tot spelers van formaat schoppen. De grote vraag voor mij is of de banken in staat zullen zijn hun bedrijfsmodellen snel genoeg aan te passen om deze concurrentie het hoofd te bieden en te overleven. Waarschijnlijk wel, maar ik vermoed dat er nog wel wat bloed zal gaan vloeien.