Wat is Schijnzelfstandigheid?
Schijnzelfstandigheid ontstaat wanneer werkenden zich als zelfstandige voordoen, terwijl zij feitelijk in loondienst werken. Dit heeft niet alleen gevolgen voor de betrokken werkenden, die kwetsbare situaties kunnen ervaren, maar ook voor het sociale stelsel en de arbeidsmarkt als geheel. Het gaat hier om een kwestie van eerlijke concurrentie en solidariteit tussen werkenden en werkgevers. In Nederland leidt deze vorm van schijnzelfstandigheid tot oneerlijke concurrentie, waardoor werkenden zonder rechten en werkgevers in onduidelijke situaties terechtkomen.
Waarom wet DBA?
De overheid wil schijnzelfstandigheid aanpakken omdat het de werkdruk verhoogt en zorgt voor een verstoring van de arbeidsmarkt. Daarnaast zouden kwetsbare werkenden en arbeidsmigranten hiermee beschermd moeten worden.
Opvallend echter: Het is bijzonder belangrijk te beseffen dat schijnzelfstandigheid de solidariteit in het sociale stelsel ondermijnt. Zelfstandigen dragen geen sociale premies af, maar kunnen er ook geen aanspraak op maken. Zij moeten hun eigen broek ophouden. Echter worden deze premies niet enkel afgedragen voor je eigen sociale zekerheid, maar voor dat deel van de bevolking die er op dat moment aansprak op maken. Het is een stelsel dat gebaseerd is op solidariteit. En met een groeiende groep aan zelfstandigen, ontstaat hierin een scheve verhouding die grote gevolgen kan hebben voor de continuïteit van het stelsel zelf.
De Wet DBA en het Einde van het Moratorium
De Wet DBA werd in 2016 geïntroduceerd om duidelijkheid te verschaffen over de arbeidsrelatie tussen opdrachtgevers en zelfstandigen, na het verdwijnen van de Verklaring Arbeidsrelatie (VAR). Het handhavingsmoratorium dat in 2016 werd ingevoerd, zorgt ervoor dat de Belastingdienst in de praktijk geen naheffingen zal opleggen wanneer schijnzelfstandigheid wordt vastgesteld. Echter, met de afschaffing van dit moratorium in 2025 verandert enkel deze mogelijkheid tot het opleggen van naheffingen voor loonheffingen en sociale premies. Hierbij mag de belastingdienst niet verder terug gaan kijken dan 1-1-2025.
Vanaf 2025 zal de Belastingdienst met terugwerkende kracht naheffingen kunnen opleggen voor loonheffingen en de MKB-winstvrijstelling, wat kan leiden tot onverwachte kosten voor zowel zelfstandigen als hun opdrachtgevers.
Wat Betekent Dit voor Werkgevers en Zelfstandigen?
Werkgevers die een schijnzelfstandige in dienst hebben, kunnen geconfronteerd worden met naheffingen. Het risico bestaat dat een arbeidsrelatie wordt gekwalificeerd als een dienstverband, wat hen verplicht om loonheffingen en premies voor werknemersverzekeringen af te dragen. Dit kan gepaard gaan met juridische claims van de schijnzelfstandige die achteraf als werknemer erkend wil worden en dan ook mogelijk aanspraak maakt voor op vakantiegeld, doorbetaalde ziekte dagen, bonusregelingen, ontslagbescherming en pensioenbijdragen.
Opvallend: Zelfstandigen moeten zich bewust zijn dat de opdrachtgever, de loonbelasting en premies volksverzekeringen wettelijk op hun zou mogen verhalen. Echter geldt dit niet voor de werknemersverzekeringen. Maar de schijnzelfstandige zou de aan hun doorberekende loonbelasting en premies volksverzekeringen dan weer mogen verevenen tegen de al betaalde belastingen.
Maar iets wat buiten het moratorium valt en al deze tijd al mogelijk is geweest bij het vaststellen van schijnzelfstandigheid , is dat de aftrekposten zoals de zelfstandigenaftrek en Mkb -winstvrijstelling kunnen vervallen als blijkt dat zij als werknemer worden gekwalificeerd. En deze naheffingen kunnen tot vijf jaar teruggaan, aangezien ze niet onder het moratorium vallen.
Voorbereiden op de Veranderingen
Het is essentieel dat zowel zelfstandigen als werkgevers zich goed voorbereiden op de veranderingen die per januari 2025 van kracht worden. Het is aan te raden om de tien criteria voor zelfstandigheid van de Belastingdienst goed door te nemen en te zorgen dat de contracten en arbeidsrelaties voldoen aan deze criteria. Denk hierbij aan zaken als gezag, loon, en de duur van de arbeidsovereenkomst. Het is niet alleen belangrijk om op papier alles correct te regelen, maar om de afspraken ook in de praktijk na te leven.
Controleproef: Wat Heeft de Belastingdienst Gevonden?
Tijdens een recente proefcontrole van de Belastingdienst bij het ministerie van Financiën kwamen de volgende bevindingen naar voren:
- De opdrachtomschrijving moet expliciet aantonen dat er geen sprake is van een machtsverhouding.
- Er moet gestuurd worden op output in plaats van aanwezigheid of inzet.
- Deelnemen aan algemene vergaderingen of borrels is niet toegestaan; alleen overleggen die direct relevant zijn voor de opdracht zijn toegestaan. De Belastingdienst raadpleegde hiervoor zelfs de agenda van de zzp’er.
Conclusie
Met het verdwijnen van het handhavingsmoratorium per 2025 zal er veel verandering in de markt. Onder het moratorium werd al gehandhaafd, en daar verandert niets aan. Enkel dus de mogelijkheid tot het opleggen van naheffingen voor de werkgever. Het is nu zaak om contracten goed in te richten en, samen met opdrachtgevers, te zorgen voor een juiste kwalificatie van de arbeidsrelatie.
Heb je vragen of wil je meer weten over hoe je je voor deze veranderingen kunt voorbereiden? Neem dan gerust contact met mij op.
Lees ook mijn eerdere artikelen voor meer achtergrondinformatie over dit onderwerp: