Supervision costs 2020: AISPs versus other payment institutions

| 12-08-2020 | treasuryXL | Enigma Consulting

It is mid-2020 and that means that the costs of this year’s financial supervision have been announced. Looking at the payment institutions, there are some notable changes to report. For example, the supervisory costs that DNB passes on to payment institutions will increase significantly. This is partly due to an expensive relocation and subsequent calculation for 2019. The costs of AFM supervision have decreased somewhat.

Blog continues in Dutch language…

Achtergrond

Gedurende 2019 bestond er grote onduidelijkheid hoe om te gaan met de nieuwe betaaldienstverleners die als gevolg van PSD2 de markt hebben betreden: de betalingsinitiatiedienstverleners (PISP’s, dienst 7) en rekeninginformatiedienstverleners (AISP’s, dienst 8). Enigma Consulting heeft inmiddels zes vergunningaanvragen voor deze nieuwe diensten succesvol afgerond, en zocht het uit.

Bekostiging financieel toezicht

Sinds 2015 moeten de financiële instellingen de kosten van het financieel toezicht zelf dragen. De doorbelasting van de kosten vindt plaats naar draagkracht en betreft een percentage van de provisie-inkomsten. Bij de traditionele betaaldienstverleners (dienst 1 t/m 6) zijn provisie-inkomsten relatief eenvoudig te bepalen: deze omvatten de transactiekosten die door de betaaldienstverlener in rekening worden gebracht.

PSD2

Voor de nieuwkomers is lastiger te bepalen wat provisie-inkomsten zijn. Met name de AISP’s, waaronder een aantal boekhoudsoftwareleveranciers, hanteren een abonnementsmodel van soms tientallen euro’s per maand. In dit abonnementsmodel wordt met name betaald voor de software. Het ophalen van rekeninginformatie – voorheen via bankkoppelingen, nu via PSD2 API’s – wordt veelal niet separaat in rekening gebracht. Transactiekosten zijn evenmin van toepassing op AISP’s. In 2019 was de vraag aan DNB dan ook hoe provisie-inkomsten voor dergelijke partijen moesten worden geïnterpreteerd.

Provisie-inkomsten

Kort uitgelegd omvatten de provisie-inkomsten de, al dan niet incidenteel van derden ontvangen respectievelijk nog te ontvangen, vergoedingen uit hoofde van de vergunningplichtige betaaldienstverlening in de ruimste zin van het woord. Uitleg van DNB destijds, leidde ertoe dat werd gesteld dat ook abonnementsopbrengsten hieronder zouden worden verstaan. In potentie zou dit een enorme kostenpost betekenen voor de AISP’s.

De toelichting die DNB geeft op de regeling bekostiging financieel toezicht 2020, leidt gelukkig tot een andere, meer redelijke conclusie. Er zijn, zo meldt DNB, namelijk partijen die alleen het basisbedrag betalen (lees: dus geen variabele verhoging op basis van provisie-inkomsten). Mede om die reden wordt het basisbedrag van EUR 2.000 wel verhoogd naar EUR 5.000:

Kosten prudentieel toezicht door DNB, afhankelijk van provisie-inkomsten

2019 2020
Provisie-inkomsten € 2.000,= vermeerderd met € 5.000,= vermeerderd met
€ 0 – € 1 mln. € 65,41 per € 1000 € 101,50 per € 1000
€ 1 mln. – € 10 mln. € 18,97 per € 1000 € 34,60 per € 1000
€ 10 mln. – € 50 mln. € 1,31 per € 1000 € 2,49 per € 1000
€ 50 mln. € 0,13 per € 1000 € 0,26 per € 1000

Kosten gedragstoezicht door AFM, afhankelijk van provisie-inkomsten

2019 2020
Provisie-inkomsten Vaste jaarlijkse kosten Vaste jaarlijkse kosten
€ 0 – € 0,2 mln. € 702,= € 651,=
€ 0,2 mln. – € 0,5 € 1.532,= € 1.224,=
€ 0,5 mln. – € 1 mln. € 2.495,= € 1.994,=
€ 1 mln. – € 5 mln. € 3.404,= € 2.720,=
€ 5 mln. € 4.369,= € 3.491,=

Rekenvoorbeeld
Onderstaand rekenvoorbeeld laat zien het verschil zien tussen een traditionele betaalinstelling (PSP) met EUR 4.000.000 aan provisie-inkomsten (PI) en AISP:

2019 2020 PSP 2020 AISP
DNB basisbedrag € 2.000,= € 5.000,= € 5.000,=
PI in range
€ 0 – € 1 mln.
€ 65.410,=
(1000 x € 65,41)
€ 101.500,=
(1000 x € 101,50)
PI in range
€ 1 mln. – € 10 mln.
€ 56.910,=
(3000 x € 18,97)
€ 103.800,=
(3000 x € 34,60)
AFM PI in range
€ 1 mln. – € 5 mln.
€ 3.404,= € 2.720,= € 561,=
(o.b.v. € 0,= PI)
Totaal € 127.724,= € 213.020,= € 5.561,=

Deze cijfers laten zien dat de kosten voor de PSP’s fors toenemen, terwijl de kosten voor AISP’s in verhouding beperkt zijn. Interessant is hoe deze verhouding en de absolute kosten zich de komende jaren gaan ontwikkelen.

SOURCE